De toets
De toets is een snelle non-destructieve, dat wil zeggen, een niet beschadigende methode van onderzoek. Niet alleen het gehalte van het metaal kan vastgesteld worden (kwantitatief onderzoek) maar ook het soort metaal (kwalitatief onderzoek).
Je hebt hiervoor een toetssteen, toetsnaalden en verschillende
toetswaters (mengsel van zuren en/of zout) nodig. Er zijn verschillende toetsstenen op de markt namelijk de, synthetische toetssteen, natuurlijke geperste toetssteen en de Lydische toetssteen. De Lydische toetsstenen zijn van alle toetsstenen op de markt de kostbaarste.
Toetsnaalden zijn staafjes waaraan een goudlegering is gesoldeerd, waarvan het gehalte nauwkeurig is vastgesteld. |
![]() |



De diverse toetsmethoden
Allereerst is goed om, voordat de diverse toetsmethoden worden behandeld, nogmaals aan te geven dat er twee soorten toetsstreken op een toetssteen gezet kunnen worden; de object-streek en de toetsnaald-streek.
Het toetsen van edelmetaallegeringen is in de basis te verdelen in drie methoden. De zilvertoets is gebaseerd op een colorimetrische grondslag (kleurvergelijking), de platinatoets op een resistentiegrondslag (resistentiemetingen tegen aantasting door koningswater), en de goudtoets op zowel een colorometrische- als op een resistentiegrondslag (een combinatie van kleurvergelijking en resistentiemetingen tegen aantasting door koningswater). In dit kader wordt alleen het toetsen van goud en zilver behandeld, het toetsen van platina valt daarbuiten.
De toetsnaald is een staafje messing van ca. 10 cm, waaraan een stukje edelmetaallegering is gesoldeerd, waarvan de samenstelling zowel gehalte als kleur nauwkeurig is vastgesteld. Ook bestaan er toetssterren, waar de punten goudlegeringen van verschillende gehalten zijn gesoldeerd. Omdat toetsen het vergelijken is van een onbekende met een bekende goudlegering zal men meer toetsnaalden nodig hebben.
Goud- en zilverlegeringen, zijn er van elk gehalte verschillende kleuren goudlegeringen. Gesteld kan worden dat des te nauwkeuriger men met de toetsmethode het gehalte wil benaderen, des te meer toetsnaalden men nodig heeft. In de handel zal men tevreden zijn indien de nauwkeurigheid kleiner is dan 1 kt. (ca. 40 p.m. goud). Dit geldt niet voor degene die echt een specialist is in het toetsen. Door zijn kennis en vaardigheid kan hij bij de meeste courante goudlegeringen een nauwkeurigheid bereiken van slechts enkele duizendsten afwijking.
![]() |
![]() |

Toetsster

